Als kind had Antoinette een normaal gewicht. Dat veranderde in haar puberteit en verergerde na de geboorte van haar twee kinderen. “Ik behield het extra gewicht van mijn zwangerschappen. Ik wilde liever ook geen derde kind meer, want dan zou het nog erger worden.” Eigenlijk was afvallen nooit het probleem. Maar het gewicht daarna te behouden, dat was een ander verhaal. ”Ik heb alle bekende diëten wel gedaan, sportscholen bezocht en ben lid geworden van diverse afvalclubs. Als het weer was gelukt om veel af te vallen, dacht ik: 'ik laat het dit keer echt niet meer gebeuren', maar dan viel ik toch weer terug.”
Bezoek aan psycholoog
‘Operatie is een hulpmiddel’
Toch duurde het daarna nog acht jaar voordat ze in aanmerking kwam voor het traject bij Vitalys. De selectiecriteria zijn streng: er moet sprake zijn van ernstig of extreem overgewicht en patiënt moet zelf veel hebben geprobeerd om met behulp van professionele begeleiding af te vallen. “Hoewel het voor mij frustrerend was dat het de eerste keer dat ik me aanmeldde voor het traject, niet gelukt was, begrijp ik wel dat ze streng zijn. Een operatie doe je niet zomaar. Ik heb zelf ook weleens het gevoel dat mensen denken dat een operatie een makkelijke weg is om af te vallen. Die mensen realiseren zich niet hoe ingrijpend het is en dat het uiteindelijk alleen een hulpmiddel is, geen wondermiddel.”
Pavlovreacties
Dankzij de intensieve begeleiding kreeg Antoinette beter inzicht in haar eetgedrag, waardoor zij het ook beter kan regelen. “Ik ken nu bijvoorbeeld mijn pavlovreacties. Dat zijn de momenten die ik associeer met eten. Bij mij is dat onder andere ’s avonds als ik op de bank lig. Ik leerde om dan juist heel bewust te gaan eten: boek of laptop weg, geen afleiding. Dan zat ik daar aan de eettafel met een bakje chips voor me. Als je zo bewust eet, eet je minder.”
Steun aan groepsbijeenkomsten
Met een positief gevoel kijkt ze ook terug op de vele groepssessies die ze in een vaste groep medepatiënten volgde. Dit gaf haar veel steun en motivatie om het vol te houden.
Meedoen aan hardloopwedstrijden
Al tijdens het traject begon ze met hardlopen: “Ik bouwde het langzaam op. Het ging steeds beter naarmate ik meer afviel en daardoor ging het weer makkelijker. Toen mijn collega’s vroegen of ik mee wilde doen aan een aan een hardloopwedstrijd op mijn werk, heb ik ja gezegd. Daarna heb ik zelfs nog aan een andere wedstrijd, de Marikenloop, meegedaan. Het geeft echt een kick dat ik dit bereikt heb!”